“Ik wilde al lang ‘ns naar dat stadion gaan, maar we hebben nooit de kans gehad,” vertelde Lionel Messi aan Mundo Deportivo. Diego Maradona speelde bij Napoli en de Barcelona-ster wil al lang in het Stadio San Paolo kunnen spelen om in zijn voetstappen te treden. “Ik weet dat Napolitanen helemaal zot zijn van voetbal. Ik heb al spelers in m’n team gehad die er speelden. Pocho Lavezzi bijvoorbeeld vertelde me dat ze echt voor het calcio leven. Ik kijk er dus zeker naar uit om daar te spelen.”

Dat de Champions League-ontmoeting met Barcelona de Argentijn naar Napels brengt, zorgt voor enorm veel buzz in de stad. Dat neemt niet weg dat het een totaal andere (ex-)speler is die de club nieuw leven heeft ingeblazen. Napoli heeft het dit seizoen niet gemakkelijk gehad en had moeite om de resultaten te herhalen die het onder Sarri kon boeken. Laat staan de successen die ze ten tijde van Maradona haalden.

Carlo Ancelotti heeft de zwaarste prijs betaald voor dat tekortschieten en werd begin december ontslagen nadat de club 10 opeenvolgende wedstrijden niet kon winnen. Die beslissing blijkt voor iedereen de goede te zijn geweest. De ontslagen coach doet het nu goed bij Everton terwijl zijn vervanger de Partenopei weer nieuw leven heeft ingeblazen.

Aurelio De Laurentiis nam zijn beslissing om Ancelotti te ontslagen na een reeks teleurstellende wedstrijden, waaronder een gelijkspel tegen degradatiekandidaten SPAL, Genoa en Udinese. Toch slaagde de trainer er wel in om 4 punten te pakken in de Champions League-groepsfase en dan nog wel tegen Liverpool. Dat duidt op een zeer afwisselende vorm bij Napels die zich ook nog eens verderzet onder Gennaro Gattuso. De nieuwe coach sprak er zelf over na de 1-0 overwinning tegen Inter eerder deze maand.

Napoli have now beaten Serie A's top three teams in 2020
⠀
1-0 vs Lazio ✅
2-1 vs Juventus ✅
1-0 vs Inter ✅

The Gattuso effect pic.twitter.com/iObiGHU0N6

— Goal (@goal) February 13, 2020

“Ja, ik heb Juventus, Lazio en Inter verslagen,” antwoordde hij in een interview met RAI Sport, “maar het probleem is dat ik ook wel ben verloren tegen Parma, Fiorentina en Lecce!” Dat contrast kan op zich nog goed uitkomen voor Napoli wanneer ze tegenover Messi en zijn Barcelona komen te staan, al maken de fans zich — terecht! — zorgen over de negende plaats in de Serie A.

Niet zolang geleden vormden ze nog een groot gevaar voor Juve’s titelambities. Vandaag echter staan ze 24 punten achter de Bianconeri, dichter bij de degradatiezone (11 punten) dan bij de Champions League-plaatsen (12 punten). Volgens hun coach is dat vooral te wijten aan de houding van de spelers.

“Wanneer je tegen een team als Inter speelt, sta je met veel respect op het veld en moet je gewoon ook het onderste uit de kan halen,” zegt Gattuso na de overwinning tegen de Nerazzuri in de Coppa Italia. “Ik feliciteer mijn jongens voor hun prestatie van vanavond. Ik wil die houding echter altijd op het veld zien, want er zijn nog 17 wedstrijden te gaan. We moeten respect hebben voor élke tegenstander en het spel spelen waarop we tijdens de week hebben geoefend.”

Die boodschap blijft hij voortdurend aan zijn team meegeven. En hij voegt ook de daad bij het woord: vorige week nog liet hij de Braziliaanse middenvelder, Allan, gaan omdat hij diens attitude op de training hem niet aanstond. “Hij stapte gewoon wat rond tijdens de training en dat vind ik niet ok,” vertelde Gattuso aan de reporters. Daarmee benadrukt hij nog eens dat het vooral de mentaliteit van de groep is die verantwoordelijk is voor de zeer uiteenlopende prestaties.

“Het is moeilijk om echt uit te leggen waarom we niet altijd even consistent spelen. Het speler per speler bekijken, is niet voldoende. We moeten het spel collectief benaderen,” gaat hij verder. “Ik krijg er nachtmerries van dat ik zelf niet meteen de vinger op kan leggen. We mogen niets als vanzelfsprekend nemen en mogen geen enkele tegenstander te min vinden, want voor zo’n mentaliteit betaal je een prijs. Soms spelen we echt als een team en op andere momenten valt dat team uit elkaar bij het eerste probleem.”

Dat valt niet te ontkennen. Gattuso’s team geeft veel te gemakkelijke doelpunten weg en geeft andere teams veel te veel ruimte op het middenveld. Die bevinding wordt ook door de Opta-statistieken ondersteund: maar acht teams hebben minder doelpunten weggegeven dan Napoli.

“He who isn’t ready to spit blood for the good of Napoli, can stay at home”.

– Gennaro Gattuso pic.twitter.com/dSuQE9zI8c

— Everything Napoli (@NapoliAndNaples) February 16, 2020

Zoals Gattuso zelf al opmerkte, is het vooral op defensief vlak dat zijn team het moeilijk heeft. Alleen AS Roma (12.9) wint minder tackles dan Napoli (13.9) en op vlak van intercepties doet alleen Cagliari (8.6) het slechter dan hen (9). Kalidou Koulibaly’s lange afwezigheid omwille van een blessure heeft niet geholpen natuurlijk. Maar het echte probleem situeert zich op het middenveld dat maar amper bescherming biedt voor de achterste lijn, waardoor de Partenopei vaak alleen nog maar kunnen toekijken hoe de tegenstander hun rangen doorklieft.

Die gevoeligheden maken de komst van Diego Demme’s van bij RB Leipzig des te belangrijker. Zijn Italiaanse vader noemde hem naar Diego Maradona, zelf een legende bij Napoli natuurlijk. De stoere Duitse international heeft de kwaliteiten waar zijn nieuwe club behoefte aan heeft. Daarom heeft Gattuso hem meteen ingezet. Hierdoor kunnen Fabian Ruiz en Piotr Zeilinski meer naar voor spelen, een positie waarin ze zich allebei meer comfortabel voelen.

Het mag dus geen verrassing zijn dat Napoli, sinds Demme’s komst, zes van de acht wedstrijden waaraan hij deelnam, kon winnen. Gattuso verklaarde het vorige maand als volgt in zijn interview met de Corriero dello Sport: “Hij maakt wat moeilijk is gemakkelijk. Hij vereenvoudigt alles en houdt het veld gemakkelijk onder controle. Bovendien is hij mentaal sterk en weten zijn medespelers dat ze op hem kunnen rekenen.”

Dat is ondertussen zo overduidelijk, dat Messi in de Sao Paolo beter Demme in de gaten houdt dan aan die andere legendarische Diego te denken.